1. Groot-verhaal: het begin

maxresdefault

De bijbel opent met een grandioze claim: “In het begin schiep God de hemel en de aarde.” Het verhaal van onze wereld begint! De grote God, die de hand heeft in deze schepping, presenteert zich. En Hij verdwijnt ook niet meer. Hoe grillig het verhaal zich daarna ook ontwikkelt, deze opening zet de grondtoon voor het hele boek. Totdat het aan het eind weer in al zijn heerlijkheid klinkt: “Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde… Gods woonplaats is onder de mensen.” (Openbaring 21:1-4) Deze wereld doet ertoe voor haar Maker. Dat staat vast. Ze is kostbaar, verdient alle eerbied en zorg, omdat het handwerk is van de machtige Schepper.

Deze wereld doet ertoe voor haar Maker.

De Schepper creëert geen ‘stilleven’, maar een bruisende, levende, groeiende schepping, die beheerd wordt door dat opvallende schepsel: de mens. “Zij moeten heerschappij voeren…” (Genesis 1:26) Een schepsel naar Gods beeld, met de grote opdracht: “Adam, beheer mijn schepping!” Ook dit hoort bij de grondtoon door de hele bijbel heen, en die weer volmaakt wordt op de laatste bladzijden van de bijbel: “En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid” (Openbaring 22:5). Mensen onder Gods gezag die weldadig leven en leiding geven in Gods schepping.

3 gedachtes over “1. Groot-verhaal: het begin

  1. Pingback: Waar zitten we nu? – De bijbel als groot-verhaal lezen

  2. Pingback: //1-3. Groot-verhaal als koers? – De bijbel als groot-verhaal lezen

Plaats een reactie