Gods Woord werkt (1/4)

Als jij een kerkdienst bezoekt, waar let jij dan vooral op? Op de sfeer in het gebouw? Ben je er op gespitst of er ook aandacht voor de kinderen is? Let je vooral op de muziekstijl? Hoe belangrijk vind je de preek eigenlijk? Als je ’s nagaat waar voorgangers allemaal druk mee moeten zijn, kan je de indruk krijgen dat de ‘bediening van het Woord’ in de preek niet zo belangrijk is. Voorgangers moeten meer bezoeken doen, moeten meer bereikbaar en sociaal zijn, moeten bevlogen zijn in aansprekende diensten, moeten meer kennis van de cultuur hebben. En zo kan je nog even doorgaan…

Op zich geen verkeerde dingen, maar de vraag is: waar stellen we ons vertrouwen in? We belijden wel dat ‘de leer van het OT en NT de ware en volkomen leer van de verlossing is’, maar: hoe werkt het vertrouwen in Gods Woord dan door in hoe je een gemeente kiest, of hoe je als voorganger je gemeente leidt en vormt?

Met deze indringende vraag begint Jonathan Leeman zijn boek “Reverberation: how God’s word brings light, freedom, and action to His people.” In vier blog-artikelen wil ik aandacht geven aan dit boekje.

1. Hieronder beschrijf ik wat de schrijver wil.
2. In een volgend artikel probeer ik te schetsen wat Leeman doet om zijn doel te bereiken.
3. In een derde artikel richt ik me op een onderdeel van zijn boekje wat me fundamenteel lijkt.
4. In het laatste, vierde artikel stel ik dan de vraag: wat bereikt hij? Daarin wat impressies van mijn gevoelen.

Wat wil hij?

Leeman wil je laten zien dat Gods Woord, werkend door Gods Geest, Gods belangrijkste instrument is om Gods gemeente te vormen. Sterker nog: Gods Woord is de grootste kracht in het universum! God schiep het universum door zijn Woord (Genesis 1:3). Hij herschept het door zijn Woord (2 Korinte 4:6). En Hij ‘schraagt’ alles door zijn Woord (Hebreeën 1:3). Daarom wil Leeman laten zien dat God zijn kerk schept en vormt door zijn Woord. Hierin is preken uniek en essentieel. Leeman noemt preken ‘the ministry of the Word’. Ik vertaal dat als ‘de bediening van het Woord’ en zal dat steeds gebruiken om de link tussen preken en Gods Woord duidelijk aan te geven.

Een belangrijk aspect wat Leeman hierbij noemt is het belang van ‘horen’. Hier een citaat uit de inleiding van dit boekje:

“Maar mensen zijn vandaag toch meer gericht op het visuele? Dat is zo, maar dat is niks nieuws. Mensen zijn altijd door het visuele aangetrokken. Zo heeft God ons geschapen. Tegelijk leven we ook in een tijd van ‘het horen’. Een tijd die terug gaat tot het moment dat Adam en Eva uit de tuin werden gestuurd en die doorgaat totdat Christus terugkomt. Nadat Adam en Eva hadden gezondigd, was God niet meer te zien voor de mensheid. Hij verbood de mensen om een beeld van Hem te maken. En Hij stond Mozes toe om alleen zijn achterkant te aanschouwen. Christus verscheen onder de mensen, maar de enige lijfelijke beschrijving van Jezus krijgen  we van Jesaja in het OT, over hoe Hij er niet uitzag: onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon ons niet bekoren (Jesaja 53:2). Uit de Evangeliën kunnen we niks halen over hoe Jezus eruit zag. De bijbel doet geen moeite om ons te richten op een zichtbare Jezus.

Op een dag zal dit allemaal veranderen. Hij zal uit de hemel terug komen en we zullen Hem zien zoals Hij is. Tot die dag kunnen we Hem niet zien, alleen maar van Hem horen, door zijn profeten en zijn apostelen. We leren Hem kennen door het geluid van zijn Woord, dat voorgelezen en onderwezen wordt. We moeten vechten voor het geloof in Gods Woord. Het is veels te gemakkelijk om ons geloof te stellen in de zichtbare dingen, die makkelijk mensen trekken.”  (pg. 22-23, vertaling van mij)

Leeman wil dus het vertrouwen op de kracht van Gods Woord vergroten. In een volgend artikel aandacht voor hóe deze schrijver dat aanpakt.